Jarenlang dacht ik dat ik gewoon wat meer discipline nodig had. Dat ik mezelf maar moest aansporen, een schema moest volgen en het daarna wel vanzelf zou gaan. Tot ik besefte dat ik vooral moe werd van steeds opnieuw beginnen.
Een paar maanden geleden besloot ik het anders te doen. Ik begon met een personal trainer, niet omdat ik opeens sportief was geworden, ik ben nooit zo van het sporten geweest, maar omdat ik wilde ontdekken hoe bewegen wél prettig kon voelen. Ik wilde beter op mijn houding letten, voedingsadvies krijgen en vooral een ritme vinden dat bleef. Ik had ook goede hoop dat ik me hierdoor minder stijf zou voelen en beter zou slapen.
Ik koos bewust voor een traject van twaalf weken. Dat gaf me een kader met een kop en een staart. En de één op één afspraken gaven me een goede stok achter de deur.
Het verschil met “zelf naar de sportschool gaan” is voor mij enorm groot. Niet omdat ik hierdoor meer motivatie heb of sta te springen om weer aan de slag te gaan, maar omdat de context klopt: vaste momenten, iemand die op me rekent en kleine stappen die zorgen dat ik verder kom.
Routine zonder strijd
De eerste weken voelde ik vooral ongemak en ook een beetje schaamte. Niet alleen door de spierpijn, maar ook omdat ik mezelf hoorde denken: ik moet volhouden, ik moet dit kunnen. Dat stemmetje had me eerder al vaker doen afhaken.
Mijn personal trainer hield het gelukkig klein en overzichtelijk. Tijdens de intake bespraken we mijn doelen, niet in kilo’s of centimeters, maar in houding, kracht en een lichaam dat soepeler aanvoelt met focus op functioneel trainen. Wat minder wegen zou mooi meegenomen zijn, maar het was geen doel op zich. Het ging om begeleiding, vertrouwen en kleine stapjes waarmee je steeds meer kracht en vertrouwen opbouwt.
Wendy Wood beschrijft dat proces prachtig in Gelukkig met gewoonten.
“Onze gewoonten bepalen zo’n veertig procent van wat we elke dag doen. En juist dat is goed nieuws, want we hoeven niet steeds opnieuw te kiezen.”
Die zin bleef hangen. Het deed me beseffen dat mijn nieuwe routine niet voortkwam uit discipline, maar uit omgeving. De vaste afspraak, de herkenbare route, de structuur, dat was wat werkte.
De kracht van herhaling
Op een ochtend realiseerde ik me dat ik niet meer dacht aan “zin hebben”. Ondanks dat ik niet op vaste dagen kon trainen, hoorde het sporten inmiddels bij mijn week. Een half uurtje voor de afspraak trok ik mijn wandelschoenen aan, een mooie eerste warming up tijdens de tocht richting de sportschool. Ik merkte dat ik op die ochtenden bewuster met mijn voeding bezig was, met iets eiwitrijks voor en na de training zodat mijn lichaam kon herstellen. Het sporten is nog steeds niet iets waar ik naar hunker of verlang en het is ook zeker nog niet volledig in mijn systeem geïntegreerd, maar ik voel dat het beter gaat. Door de kleine verschillen die ik in die twaalf weken heb ervaren, is er een andere mindset ontstaan over bewegen.
Inmiddels train ik nog maar één keer per week met mijn personal trainer. Tijdens het twaalf weken traject was dat twee keer per week en lette ik er beter op dat ik dagelijks mijn acht- tot tienduizend stappen haalde. Toch is bewegen een vast onderdeel van mijn leven gebleven. Wandelen is nu vanzelf onderdeel van mijn middagpauze geworden, een moment om letterlijk en figuurlijk in beweging te blijven.
Wendy Wood noemt dat het moment waarop gedrag verschuift van intentie naar automatisme. De energie die eerst ging naar besluiten, komt vrij voor iets anders. In mijn geval, om meer aanwezig te zijn. Tijdens het trainen, maar ook daarbuiten.
Ik begin het ritme steeds meer te waarderen, niet omdat het resultaat oplevert wat het natuurlijk doet, maar omdat het ruimte geeft. Structuur word hierdoor geen beperking, maar een vorm van zelfzorg.
Mildheid als motivatie
Wat ik vooral leerde, is dat zachtheid beter werkt dan streng zijn. Mijn trainer herhaalde vaak dat het niet erg is als iets even niet lukt. Dat juist die mildheid ervoor zorgt dat je doorgaat.
In het boek schrijft Wood iets vergelijkbaars:
“We overschatten hoeveel invloed motivatie heeft en onderschatten hoezeer onze omgeving ons gedrag bepaalt.”
Dat inzicht gaf me lucht. Ik hoefde mezelf niet langer te dwingen. Ik hoefde alleen te zorgen dat de omstandigheden klopten.
Dus zette ik mijn trainingen in mijn agenda alsof het afspraken met een klant waren. Ik legde mijn sportkleding de avond ervoor klaar. Ik plande lunch en herstelmomenten, niet als luxe, maar als onderdeel van het geheel. En zo werd iets wat ooit veel energie kostte, een vanzelfsprekend onderdeel van mijn week.
Wat blijft
Het twaalf weken traject is inmiddels voorbij, maar de gewoonte is gebleven. Wat blijft is één keer per week trainen met mijn personal trainer, vaker wandelen en mijn stappendoel behalen. Daarnaast heb ik nu ook een maandabonnement bij de sportschool afgesloten en ben ik aan het ontdekken welke lessen en trainingen ik aanvullend wil blijven doen.
Het mooie is dat ik me niet “gedisciplineerd” voel, maar juist vrijer. Omdat ik minder nadenk over wanneer of of ik ga, blijft er meer ruimte over voor het doen. Bewegen is geen strijd meer, maar een rustpunt.
Ik begrijp nu beter wat Wendy Wood bedoelt met de kracht van context. Gewoontes groeien niet uit wilskracht, maar uit zachtheid en herhaling. Ze ontstaan precies op de momenten waarop we stoppen met vechten tegen onszelf.
En misschien is dat wel het grootste verschil: niet harder proberen, maar milder volhouden.
Benieuwd naar het boek?
Wil je beter begrijpen hoe gewoontes écht werken en waarom zachtheid vaak sterker is dan wilskracht?
In Gelukkig met gewoonten legt Wendy Wood op een toegankelijke manier uit hoe kleine aanpassingen een groot verschil kunnen maken in je dagelijks leven.
👉🏻Bekijk het boek op managementboek.nl
Disclaimer: deze verwijzing bevat een affiliate-link. Dat betekent dat Mndoff een kleine commissie ontvangt wanneer je via deze link bestelt, zonder dat het jou iets extra kost.